Je hebt er vast een aantal in de kast hangen en daarom is het best leuk om meer te weten over de pantalon: wat is eigenlijk de achtergrond van de pantalon? Zodat je toch weet wat je aan je lijf hebt.
De term pantalon komt van het woord pantalone, een personage uit het Italiaanse improvisatietheater. Dat is nou niet direct iets goeds te noemen: deze personage stond namelijk doorgaans voor een oude, sluwe, doch rijke koopman die twee doelen in ‘t leven had: het hebben (of krijgen) van geld en/of het versieren van knappe vrouwen. Zijn volledige naam luidde Pantalone dei bisognosi (Italiaans voor ‘Pantalone van de behoeftigen’), en ondanks zijn lifegoals was het een tamelijk zielig mannetje dat die goals nooit behaalde. Bij slecht nieuws viel-ie plat op de rug en kon hij alleen door anderen weer overeind worden geholpen, zo luidt de omschrijving.
Wat dat in vredesnaam met een kledingstuk te maken heeft? ‘t Volgende: de beste man liep in een ‘deftige broek’, om zo nog een beetje chic voorkomen te hebben.
Lang verhaal kort: de pantalon is dus een nette broek voor hen die deftig voor de dag willen komen.
De pantalon was niet bepaald de lieveling in de garderobekast, voor zover de Romeinen die al hadden. Zij aanschouwden de broek als barbaars. Als er tegen je werd gezegd dat je van broekdragende afkomst was, betekende dat weinig goeds, zo gaan de verhalen. Onder anderen de soldaten in Noord-Europa en Iraanse strijders dachten daar anders over: die vonden de pantalon juist een verademing ten opzichte van de tuniek van toen, zeker tegen de kou. Denk aan wijde exemplaren, die door de Romeinen afkeurend zakken werden genoemd.
Het was Alexander Severus (208-235 na Christus) die als eerste keizer in een broek werd gespot. Evengoed bleef het kledingstuk omstreden, en vanaf het jaar 397 zelfs verboden, in ieder geval in Rome. Trok je er toch één aan, dan volgde verbanning. Hoe dan ook was een pantalon nog altijd slechts weggelegd door heerschappen, en de stijlen waren divers: wijd of juist meer maillot, maar wel rijke stoffen: leer, katoen, zijde en katoen.
Kijk je naar vrouwen en de geschiedenis van de pantalon, dan wordt daar pas in de 19e eeuw de eerste melding van gemaakt. Dat heeft vast onder meer te maken met de bijbel: daarin staat ‘the woman shall not wear that which pertaineth unto a man’. En dus was een broek een no go voor vrouwen, en in bepaalde (religieuze) kringen geldt dat overigens nog steeds. Uitzondering waren de vrouwen die mannenwerk (moesten) verrichtten: in koolmijnen of fabrieken mocht ‘t wel, en ook de dappere vrouwelijke strijders die in de Eerste Wereldoorlog meevochten, mochten er één aantrekken. Ook werd er in 1800 een officiële wet ingesteld die vrouwen het dragen van broeken verbood. Een wet die in Frankrijk overigens nog steeds van kracht is, want de wet is nooit officieel afgeschaft.
Coco Chanel
Natuurlijk was het de rebelse Coco Chanel die te boek staat als de jaren 20-voorvechtster van de pantalon voor de vrouw. Sterker nog: wel of niet, bijbelpassage of niet: ze trok hem gewoon aan, zodat ze zo veel makkelijker paard kon rijden en reizen. Ook Marlene Dietrich en Katharine Hepburn zagen de broek maar als een (letterlijk) stoffig bewijs van de ongelijkheid tussen de sekses, en pleitten dat vrouwen gelijke rechten kregen, óók op het gebied van kleding.
Meer dan normaal
Zo in de jaren zestig kwam de pantalon voor het eerst voorbij op de catwalk, mede met dank aan Yves Saint Laurent. Hij droomde er immers van om een vrouwengarderobe samen te stellen die gelijk was aan die van de man. Gelukt: met zijn Le Smoking uit 1966 kreeg hij zo’n beetje iedere vrouw in het pak, tot aan de dag van vandaag, waarbij het mannenpak voor de vrouw weer helemaal voorop staat.
De pantalon zie je nu in veel verschillende kleuren en vormen. Je hebt strakke pantalons, maar ook de oversized varianten. Deze winter zien we vooral de oversized varianten met een hoge taille en dan vooral in lichte kleuren.