Invloed van de Nederlandse ambassade voor een duurzame modewereld
blog

Wat hebben de internationale Fashion Weeks te maken met Buitenlandse zaken? Meer dan je denkt! Wereldwijd helpen Nederlandse ambassades bij de verduurzaming van de kledingindustrie. Zo stimuleert het consulaat-generaal in modestad Milaan het verwerken van sinaasappelschillen tot stoffen en helpt de ambassade in Dhaka 338 kledingfabrieken in Bangladesh met het verminderen van watergebruik.

Wat ambassades in modehoofdsteden doen

Steden als Parijs en Milaan staan bekend om mode. De Nederlandse ambassades en consulaten in deze landen laten zien waar Nederland sterk in is: het ontwikkelen van nieuwe materialen en design. Het Nederlands consulaat-generaal in Milaan probeert Italiaanse textielbedrijven te koppelen aan Nederlandse ontwerpers, zodat ondernemers in beide landen elkaar kunnen aanvullen op het gebied van ondernemersgeest, kwaliteit en ambacht. In samenwerking met een Italiaanse partner organiseren zij ook masterclasses over ethisch en verantwoord ondernemen in de modeindustrie. Ook interessant: de ontwikkeling van nieuwe, natuurlijke grondstoffen die in opkomst zijn in Italie. Zo ontwikkelen ze kleding vanuit sinaasappelschillen en ontwikkelen ze zijde op een duurzame manier.

Wat ambassades doen in landen waar onze kleding wordt gemaakt

Op kledinglabels zie je vaak dezelfde landen terugkomen. In die landen zetten ambassades zich in voor eerlijker loon en betere werkomstandigheden. Bijvoorbeeld in Bangladesh. De Nederlandse ambassade in Dhaka maakt zich hard voor betere werkomstandigheden in de fabrieken, voor met name vrouwen. Bangladesh kampt enorm met de gevolgen van klimaatverandering. Naast overstromingen komen periodes van droogte steeds vaker voor. Aangezien meer dan 80% van de export bestaat uit export van kleding, kunnen we in Bangladesh het verschil maken als kledingfabrieken minder water en stroom verbruiken. Inmiddels helpen zij 338 fabrieken met het verminderen van watergebruik, waardoor er jaarlijks 25 miljoen m3 water wordt bespaard. Ook wordt er 21 miljoen m3 minder afvalwater geloosd.

Wat het ministerie in Den Haag doet

De wereldwijde productieketen veranderen, kan het ministerie niet alleen. In 2016 weden er in het Convenant Duurzame Kleding en Textiel afspraken op papier gezet over maatschappelijk ondernemen in de textielsector. Hier komen gezamenlijk projecten op het gebied van leefbaar loon, productieomstandigheden en het tegengaan van kinderarbeid uit. Sinds 2016 geeft het ministerie subsidie aan Fair Wear. Inmiddels zijn 140 modemerken uit heel Europa hierbij aangesloten. Fair Wear beoordeelt de arbeidsomstandigheden van de fabrieksarbeiders op 8 verschillende punten: leefbaar loon, geen excessieve overuren, een gezonde en veilige werkplek, de vrijheid van vakvereniging, het bestaan van wettelijke arbeidsovereenkomsten en er mag geen kinderarbeid of dwangarbeid plaatsvinden.